Historisch genootschap

Het Rijndorp

Katholieke jongens uit de beschaafde stand

Tussen 1831 en 1928 bevond zich in Katwijk aan den Rijn een invloedrijk katholiek gymnasium. Dit instituut gymnasium genoot landelijke bekendheid en leidde talloze jongens op die later invloedrijke maatschappelijke functies zouden gaan vervullen. Hoe komt een katholiek instituut in Katwijk terecht?

Onder de duim

Sinds de reformatie was er vanuit de Calvinisten weinig verdraagzaamheid naar andere gezindten. Katholieken konden hun geloof niet openlijk uitoefenen waardoor zij hun diensten moesten houden in zogenaamde schuilkerken. Bovendien mochten katholieken zelf geen middelbaar onderwijs organiseren. Op deze manier werd het de katholieke gemeenschap moeilijk gemaakt om hoge ambten te bemachtigen en werd het katholicisme onder de duim gehouden.

Dat veranderde tijdens de Bataafse Republiek (1795–1806), een periode waarin Nederland de facto een vazalstaat was van Frankrijk. Het gelijkheidsbeginsel uit de Franse revolutie kreeg voet aan de grond en katholieken kregen geleidelijk aan meer rechten, waaronder het recht op het organiseren van middelbaar onderwijs. Deze ontwikkelingen werden op de voet gevolgd door een rijke katholieke baron, Cornelius Ludovicus van Wijkerslooth. Op dit moment had hij op gewacht…

Te koop: Buitenplaats aan de Oude Rijn

Toevallig stond in deze periode de buitenplaats van de baron Van Wassenaer van Katwijk te koop. Deze buitenplaats kennen we tegenwoordig als het Heerenhuis aan de Overrijn met daarachter het Heerenschoolbos, maar destijds was het een lustoord voor de ambachtsheren van Katwijk. Achter het huis bevond zich een prachtige symmetrische tuin, aangelegd aan het einde van de 17e eeuw. Baron van Wijkerslooth vond precies wat hij zocht! Hij greep zijn kans en kocht de buitenplaats om zijn plannen te kunnen realiseren.

Het gymnasium met Heerenschoolbos aan het eind van de 19e eeuw

Het Sint Willibrorduscollege

Zijn doel was om op deze buitenplaats en katholiek bolwerk te stichten, het Sint Willibrorduscollege. Op dit gesloten instituut zouden katholieke jongens uit de beschaafde stand worden opgeleid tot een ‘nieuw katholiek kader’. Katholieken moesten weer belangrijke maatschappelijke functies gaan vervullen! Deze ambitie werd plechtig verwoord door de tweede directeur van het gymnasium, F. van Vree:

“…hier ligt voor een goed gedeelte het toekomstig lot der Katholieke kerk in Nederland…”.

De strategie lukte. Het Sint Willibrorduscollege werd een vooraanstaand gymnasium en trok leerlingen uit heel Nederland en Vlaanderen. ‘Katwijk’ werd een begrip in katholieke kringen. Wie over Katwijk sprak had het over het gymnasium en jongens die in Katwijk mochten studeren hadden een mooie toekomst voor zich. Het Sint Willibrorduscollege was het eerste katholieke gymnasium van Nederland en gedurende het grootste gedeelte van de negentiende eeuw ook het enige. De Orde der Jezuïeten werd vanaf 1840 verantwoordelijk voor het onderwijs.

Een nieuw katholiek kader

Door de leerlingen een gedegen opleiding te geven en de nodige begeestering voor de katholieke zaak in te prenten heeft het gymnasium een belangrijke rol gespeeld in de emancipatie van het katholicisme in Nederland. Het instituut heeft veel jongens opgeleid die later belangrijke maatschappelijke functies zijn gaan vervullen. Ze werden arts, rechter, ondernemer, bankier, advocaat of notaris en velen vonden een hoge betrekking in het openbaar bestuur. Het zijn namen die we allang zijn vergeten, maar om u een beeld te geven: deze oud-leerlingen werden klaargestoomd aan de Overrijn in Katwijk:

  • Jan de Quay (minister-president)
  • Gustaaf Ruijs de Beerenbrouck (Eerste en tweede kamerlid)
  • Jan Loeff (grondlegger advocatenkantoor Loyens & Loeff
  • Jan van Angeren (minister van justitie)
  • Anton Nelissen (minister van justitie)
  • Joseph Kolkman (minister van financiën)
Een restant van het gymnasium met namen van leerlingen in de bakstenen gekerfd.

In het Heerenschoolbos is nog een restant van één van de panden van het gymnasium te vinden. Het was kennelijk traditie dat de leerlingen hun namen in de bakstenen kerfden. In één van de bakstenen staat de naam G. v Lanschot gekerfd. Een telg uit de bankiersfamilie!

Mutua Fides

Het pand aan de achterzijde van het Heerenhuis draagt nog altijd het credo van het gymnasium op de gevel: Mutua Fides. Wederzijds vertrouwen. Het pand werd in 1849 gebouwd in opdracht van de toenmalige directeur Augustinus Henriet. Het pand werd tegen de eetzaal van de oude buitenplaats aangebouwd en was een uitbreiding van Grootenburg, de afdeling voor de oudste leerlingen. ‘Mutua Fides’ had een speelzaal, een bibliotheek en slaapvertrekken voor de jongens. Later werd boven op het pand een sterrentoren gebouwd. In de voormalige speelzaal heeft onlangs nog de gemeenteraad vergaderd omdat men een grotere ruimte zocht vanwege de corona-maatregelen.

Achter de muren

Het grootste deel van het gymnasiumleven speelde zich af achter de muren van het complex en men probeerde zoveel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. Het gas voor de gaslampen kwam uit de eigen gasfabriek van het gymnasium en men had ook een bakkerij. Voor de eredienst hoefde men ook het terrein niet af. Er was een congregatiekapel (nog altijd aanwezig in het Heerenhuis) en toen deze te klein werd bouwde men een neogotische kapel met een magnifiek interieur naar het ontwerp van oud-leerling Alfred Tepe.

De Spreekkamer aan de Overrijn met boven de schouw hert portret van Van Wijckerslooth

Het Heerenhuis (Grootenburg) had nog de uitstraling van de oorspronkelijke functie, een luxueus lustoord van de Heer van Katwijk. Op bovenstaande afbeelding zien we de spreekkamer met het portret van de Baron van Wijkerslooth. Deze kamer ligt aan de Overrijn, links van de hoofdingang. De schitterende aula had een orkestbak en er stond beeldhouwwerk in de nissen. De tuinen (het huidige Heerenschoolbos) werden benut om te wandelen, debatteren, gym-, en biologielessen te volgen en theaterstukken op te voeren. De leerlingen hadden er moestuinen die de namen droegen van de regio waar de jongens vandaan, zo was er het Rotterdamsche Hof en het Amsterdamsche Hof.

De aula aan de Overrijn ging verloren tijdens de Tweede Wereldoorlog

Het vertrek en daarna

Het gymnasium vertrok in 1928 naar Den Haag waarna Franciscaner minderbroeders het complex overnamen. Het voormalige lustoord werd opnieuw een college waar katholieke jongens werden gevormd en klaargestoomd, maar dit keer voor de missie. Zowel de aula als de kapel gingen tijdens de Fransicaanse periode verloren tijdens een geallieerd bombardement in de tweede wereldoorlog omdat de Duitsers het complex hadden geconfisqueerd. In 1963 vertrokken ook de Franciscanen uit Katwijk, hoewel? Op de oude buitenplaats werd nu verzorgingstehuis De Wilbert opgericht en dat was een initiatief van een Franciscaanse stichting.

De oprichter en eerste directeur van de Wilbert was de Franciscaan Gerard Jan ten Doeschate. Hij zorgde er destijds persoonlijk voor dat het beeld van Willibrordus (Wilbert = Willibrordus), dat al was meegenomen door de minderbroeders, terug werd gehaald. Dit beeld staat nog altijd in de hal van de Wilbert. G.J. ten Doeschate ligt begraven op het Franciscaner kerkhofje in het Heerenschoolbos.

Het kerkhofje waar de eerste directeur van de Wilbert ligt begraven.
0 0 stemmen
Waardering artikel
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Reageer op dit artikelx