Gesprek met de heer Nicolaas de Best en zijn vrouw Corrie in Rijnsburg op 18 juni 2024. Door Corry van Duijn en Renée de la Parra – Botermans
We worden welkom geheten in een aanleunwoning in huize Vlietstede. Een exemplaar van het boek van de winkeltjestocht Najaarsfeestweek 2023 ligt naast de stoel van Nic. Hij is werkzaam geweest als tuinder en later in loondienst bij tuinonderhoudsbedrijf Remmelzwaal en van der Plas. Het gezin bestond uit vader Boudewijn (Bouwe) de Best en moeder Elsje Zandbergen.
Elsje stond bekend om haar grote hart voor mensen die iets extra’s konden gebruiken. Nic heeft dat lieve van haar geërfd zegt Corrie. Vader werkte op de boerderij van Piet van der Gugten op de Noordwijkerweg. Ze kerkten in de Dorpskerk en woonden in de Kerkstraat op nummer 63, schuin tegenover de Rooms Katholiek kerk in “De vijf plagen”. Naast hen woonde familie Arie Durieux en familie de Lange (poelier), die een slachtschuur voor kippen hadden achter het huis.
Zelf hadden ze een bok achter het huis. Deze bok behoorde aan alle leden van geitenfokvereniging Vios (?) Leden van deze vereniging kwamen bij hen aan de deur om hun geiten te laten dekken door deze bok en betaalden daar 1,50 gulden voor. Als ze tussen de middag aan huis kwamen moesten de kinderen De Best de geit bij de bok brengen. Nic herinnert zich nog dat de andere klasgenoten op de Otto Baron van Wassenaerschool ’s middags met dichtgeknepen neus naast ze zaten, zo stonken ze dan. Er was in die tijd een geitenmarkt op de Commandeurslaan.
Bloemkool en peen
Katwijk stond bekend om zijn goede kwaliteit bloemkool en peen en ook familie De Best teelde bloemkool en peen in de Zanderij (Bovenkant) en peen op de bollengronden. Later ook in Noord- Holland in de buurt van Schagen, zoals veel Katwijkers deden. Het was een goede deal om na de bloei van de bollen de grond voor andere doeleinden te gebruiken. Vooral peen was tegen de tijd dat de nieuwe bollen de grond in moesten rooiklaar en zodoende sneed het mes aan twee kanten. De bollenboeren waren blij omdat de grond “schoner“ werk had opgeleverd dan na het rooien van de bollen.
De winterpeen werd in de winter afgedekt met stro en plastic en elke dag reden ze met vrachtwagens naar de grond om kisten vol peen te halen en naar de veiling te brengen. De laatste nieuwe vrachtwagen werd gekocht bij garage Poot in Valkenburg, Het pand waar nu supermarkt Hoogvliet in zit. Achtereenvolgens is gereden in een Ford F3, Opel Blitz en als laatste de Austin.
Nic en Corrie hebben elkaar ontmoet in Hilversum. Corrie’s ouders hadden een groentewinkel en Nic was in Hilversum gelegerd. Het stel ging na hun trouwen wonen aan de Achterweg in het huis wat later de groentewinkel van Van Delft is geworden. Corrie haalde dagelijks een kan melk bij Mientje van Paridon aan de overkant op de boerderij. Ze kregen vier kinderen waarvan er een na een dag is overleden. Het verdriet hierom is nog steeds groot. Omdat dit in een weekend gebeurde kon het niet op tijd aangegeven worden.
Nic heeft nog geprobeerd of de heer Stuiver, die ambtenaar was van de burgerlijke stand en op de Valkenburgseweg woonde, het buiten kantoortijd om wilde doen maar de man kon dit volgens de wet niet. Naast hen in de Achterweg woonden twee vrijgezelle broers, Sverus en Jan Tucker, zij waren ook kwekers. Daarnaast was zadelmakerij De Spil. Die zorgde in de oorlog voor schoeisel en dergelijke.
De oorlogsdagen
De eerste herinnering aan de oorlogsdagen zijn ook bij Nic de overvliegende vliegtuigen. Hij was ongeveer vijf jaar oud. Hij weet nog dat er Duitse colonnes door de Kerkstraat liepen om te gaan schieten op de schietbaan aan de Cantineweg en ze zongen: “Wir fahren nach England”. Aan de deur kwam in die tijd een garen- en bandverkoper, en tijdens de oorlog zong de beste man: “Al staat ons huis ook in de brand, toch blijven wij Oranjeklant”. Zeer gedurfd in die tijd! Ook een oudere broer van Nic heeft eens, toen een Duitse soldaat hem naar de weg vroeg, geantwoord: “Stik maar jij lelijke rot mof”.
Tijdens de oorlog heeft de familie eigenlijk geen honger geleden. Ze hadden veel konijnen achter het huis en de geiten gaven melk, ze hadden kippen en groente was er genoeg. Tijdens de mobilisatie zaten er Nederlandse soldaten in de Katholieke school en moeder Elsje ontfermde zich vaak over hen want ze waren van huis en haard weg en hadden veel heimwee.
Na de oorlog
Van de Oranjefeesten na de oorlog weet Nic niet zoveel meer af omdat hij er niet echt van hield om uitbundig te feesten. De feesten werden gehouden in Schutterswei en er werd gedanst bij de Roskam. De muziektent was er in 1945 nog niet. Wat hem wel is bijgebleven dat bij de Katholieke school door een kapper uit het dorp een meisje werd kaalgeschoren die met de Duitsers had geheuld. Deze man heeft daar altijd last van gehouden!
Ziek van de paling
Kort na de oorlog is er tijdens een Oranjefeest nog een akelige situatie geweest. Op de hoek van de Rijnstraat en de van Egmondstraat stond altijd een palingkraam met een mevrouw met vlechten in het haar. Dat jaar is er, hoogstwaarschijnlijk door de paling, paratyfus uitgebroken in het dorp. Veel mensen zijn ziek geworden en enkele zijn eraan gestorven. Jarenlang is er geen paling meer gegeten. Nic heeft lang meegedaan tijdens de Oranjefeesten met de Wielerwedstrijden rondom de Commandeurslaan/Baron van Wassenaarlaan. Dit was ook echt een hobby van hem. Ook was hij lid van CJMV in de Rijnstraat en ging hij naar de Bibliotheek aldaar van de Hervormde Kerk.
Na de oorlog heeft moeder Elsje een NSB-kind min of meer in huis genomen. Deze kinderen woonden in de Heerenschool. De bedoeling was dat alleen de zondagen deze kinderen in gezinnen werden ontvangen. Echter, deze jongen, Ferdinand, werd al snel opgenomen in het gezin en heeft tot zijn 43e jaar bij de ouders van Nic gewoond, toen trouwde hij. Nog steeds is er contact met hem.
Aan het gesprek komt een einde en we nemen afscheid van Corrie en van Nic de Best.